Ingesloten tussen de drukke Winsummerweg en de nog drukkere Noorzeeweg bevindt zich iets te noorden van de stad een klein conglomeraat waar een zekere rust van uitgaat. Hier staat een aantal relatief kleine huisjes gegroepeerd rond de Wilhelmina: een oude molen wat een sfeer oproept die op mij als onnederlands overkomt. Deze redelijk onbekende wijk van Groningen eindigt in een weg naar het noorden die ik al meerdere keren bewandeld heb en die bijzonder prettig is om te belopen. Dat was er dan ook de reden voor dat ik zondag 22 april besloot een korte wandeling om de noord te maken.
Het was die ochtend redelijk weer en de buienradar bevestigde het vermoeden dat het weliswaar bewolkt maar in ieder geval het grootste deel van de dag droog zou blijven. Aangezien ik daags ervoor al de nodige huishoudelijk activiteiten had ontplooid en ik 's ochtends bijtijds was opgestaan was ik in staat mijn huisje al voor elven te verlaten. Ik had niet echt wandelkleren aangedaan, omdat de tocht die ik voor me zag niet heel veel langer dan vijftien kilometer zou zijn; een afstand waarvoor ik me niet in rare kleren hoef te hullen. Het eerste stuk, langs het Noorderstation, over de Bedumerweg en richting de Noorzeebrug is mij inmiddels goed bekend, als was het alleen maar omdat dat ook de route naar de schermzaal is. Maar toch was ik even in de war gebracht omdat de bossages die deze brug tot voor kort sierden blijkbaar nogal rigoreus waren gekapt - de stille restanten ervan lagen nog her en der verspreid.
Na het oversteken van het Van Starkenborghkanaal verlaat de route eindelijk de erg drukke weg en slaat linksaf richting het beschreven conglomeraat. Ondanks de grijze lucht zijn er op dit moment redelijk wat fietsers op de weg. Niet alleen toerfietsers maar ook wielrenners gekleed in volgens mij overdreven winterkleding passeren mij of komen mij tegemoet. Wanneer ik de bebouwde kom verlaat bevindt zich aan mijn linkerkant een fraai aangelegd stuk natuur: het Buitenplaats Reitdiep van stichting Het Groninger Landschap. Een man met een hond staat bij een hek een aantal jonge Schotse Hooglanders te bekijken. Een auto rijdt te hard voorbij.
De weg vervolgt naar het noorden. Eén van de eerste keren dat ik hier liep was in het kader van een volledige maansverduistering, en met een ezekere weemoed denk ik terug aan die wandeling - hoe anders ziet de wereld er inmiddels uit. Hoewel ik niet echt een route heb vastgesteld, weet ik dat er halverwege deze Woldijk en afslag naar het oosten komt die richting Zuidwolde gaat, en ik heb bedacht om deze afslag te nemen. Ik kan de weg al waarnemen voordat ik haar zie, want verschillende groepjes wielrenners spoeden zich hierover; een grappig gezicht, van die fietsers in een verder stil en plat landschap. Sommige groepen gaan bij de splitsing naar het noorden, anderen slaan linksaf en komen mij tegemoet. Campagnolo denk ik wanneer ik het geratel van de kettingen hoor.
De weg naar het westen (hoe toepasselijk de Westerseweg geheten) voert langs een aantal grote boerderijen waar de familie samen achter grote ramen van de zondagslunch zit te genieten. We zwaaien naar elkaar. Een man en vrouw lopen van ene naar de andere hoeve - burenbezoek op zondag. Ik steek de grote weg over, verbaas me over een pakje Zware Van Nelle dat in de berm ligt (waarom houden mensen hun zooi niet bij zich?) en kom aan in Zuidwolde: de woonplaats van collega Linda. Verschillende keren hebben we met het SICT hier in de buurt een instituutsdag gehad, een gelegenheid die ik en een collega vaak hebben aangegrepen om tijdens de lunch even weg te glippen om een glas wijn te gaan drinken bij Eetcafé Moeke Vaatstra. Dat ziet er nu nog redelijk dicht uit.
Ik vervolg mijn weg richting het westen, loop langs het huis van vrienden van Henk en Dini en verlaat Zuidwolde weer; nu wandel ik over de Oosterseweg. Hoewel ik nu nog in de zon loop, pakken zich dreigende wolken samen in het zuiden. Fraai licht, maar ik ben bang dat we het niet droog gaan houden. Lammetjes dartelen in de wei terwijl de ooi mij verbaasd nakijkt. De weg draait naar het zuiden, de lucht wordt ellengs donkerder. Ik besluit de Oosterseweg niet verder te volgen maar een uitnodigend pad richting de stad te volgen.
Dit pad loopt langs Beijum - een grote bijna zelfstandige wijk aan het noorden van de stad, vergelijkbaar met de Merenwijk in Leiden. Een fraaie route met links bos en water en richts de woonwijken. Terwijl ik hier wandel komt eindelijk de dreiging tot uiting in de vorm van een enorme hagelbui. Kinderen en honden rennen van het bos links naar de huizen rechts, eenden snateren schijnbaar geïrriteerd in het water en de zangvogels laten eveneens van zich horen. Ikzelf onderga het allemaal gelaten - hagel en wind kunnen mij niet deren en met een uurtje ben ik thuis...
Het laatste stuk van de weg is weer bekend terrein voor me, omdat ik deze route regelmatig heb gefietst waneer ik een rondje in het noorden van de provincie heb gemaakt. De weg voert nu langs het recreatieterrein Kardinge en dat brengt me een gesprek met een echte Groninger in herinnering; hij maakte mij het verwijt dat ik niet wist waar Kardinge lag, waarop ik kon riposteren dat hij niet wist hoe je bij Selwerd moest komen - Marktplaats brengt je in contact met de meest interessante mensen. Bij het bedrijventerrein waar deze weg op uitkomt verbaas ik mij over de automobiliteit die hier duidelijk is, en over een klimmuur die een interessant eikpunt voor de omgeving vormt. Ik neem me voor binnenkort eens hier te gaan klimmen, want dat lijkt me ook leuk om te doen.
Ik neem een kleine omweg bij de Hunzebord omdat die weg mij interessanter lijkt. Puberende jongeren fietsen mij met hun stereotype muziek-uit-de-telefoon en uit hun gesprek maak ik op de Groningen die dag tegen Ajax moet spelen en dat de kansen niet hoog zijn (een verwachting waarvan ik later op de radio hoor dat dat inderdaad is uitgekomen - die kinderen weten meer dan ik). Wanneer ik langs de Stamstraat loop komt mij een ruiter in volle gelop tegemoet. Een indrukwekkend schouwspel; ik kijk ze even na en bedenk me dat ik het paardrijden mis. Ik loop over de hoge kant van de Korrebrug (de brug staat open maar voor voetgangers en fietsers is er een hogere omloop gemaakt) en sla rechtsaf de Molukkenstraat in. Hier passeer ik de scherzaal en wandel een bekende route naar huis.
Daar verbaas ik me er over dat het al half drie is. Daarna pak ik de fiets naar het station om chocolade te kopen, en de rest van de middag besteed ik aan het drinken van thee en het eten van chocolade. Het was een koude maar prettige wandeling.
Wat: Wandeling op een regenachtige zondagmiddag
Waar: ten noorden van de stad
Wanneer: 22 april 2012
Afstand: 14,7 kilometer
x/html 1.0 valid