Om het hoge water, dat al een tijdje het nieuws bepaalt zelf te ervaren, besloten A en ik een wandeling te maken langs de zuidoever van de Nederrijn, van Ede naar Arnhem. Een lange wandeling maken is altijd een prima manier om een winterse dag door te komen en hoewel de lucht grijs was, beloofde het een mooie dag te worden.
De route liep van station Ede Wageningen naar het zuiden tot aan de rivier. Daar het veer naar Randwijk en van daar naar het oosten met de rivier aan onze linkerhand. Helaas bleek bij aankomst dat de pond panne had en derhalve een half uur tot een uur uit de vaart zou zijn. Dat vonden we te lang duren en we besloten dus maar de noordelijke oever van de Nederrijn te volgen. Dus was al mijn routeplanning daags daarvoor voor niets geweest, maar dat mocht de pret uiteraard niet drukken.
De noordkant van de Nederrijn wordt gekenmerkt door een stijl oplopende heuvelformatie die onderdeel vormt van de Utrechtse Heuvelrug. Bovenop deze stuwwal ligt de N225 die loopt van Driebergen naar Arnhem, en onderaan ligt het pad dat wij volgen. Wanneer je op de kaart kijkt is het net alsof de rivier een flink stuk van dit pad af ligt, maar vandaag staat het water zo hoog dat de waterlijn slecht enkele meters van ons verwijderd is. De bomenrijen, hekken en kleine verzonken eilanden zorgen voor een prachtig vergezicht.
Na een kilometer of drie buigt het pad af naar het noorden om daar naast de provinciale weg verder te gaan. Dit blijkt noodzakelijk te zijn: de doorgaande route wordt versperd door het terrein van papierfabriek Parenco. De complexiteit en uitgebreidheid van dit fabrieksterrein verbaast ons; niet alleen de onduidelijke torens en schoorstenen die hier de dienst uitmaken, maar er blijkt ook een hele infrastructuur te zijn aangelegd, compleet met verkeerslichten en zebrapaden. De industiële omgeving zorgt voor een bijzonder schril contrast met het pittoreske uitzicht van zojuist; een gevoel dat nog wordt versterkt door het drukke langsscheurende verkeer.
Omdat de route zelf toch een beetje proefondervindelijk wordt bepaald, besluiten we zo gauw het kan weer terug te keren naar de rivier, en het blijkt dat dat kan na de fabriek. Hoewel het eigenlijke pad na een paar honderd meter ophoudt, bevindt zich daar een klaphek met een bord erbij waarop staat dat er vrije wandeling mogelijk is. Een blik op de kaart doet vermoeden dat we na een kilometer of wat weer op een verharde weg aan zullen komen. Dat is wel nodig ook, want de hoge waterstand zorgt voor een bijzonder modderig geheel. Zo ploeteren we een kilometer door de blubber totdat we bij het punt komen dat het pad naar rechts zou moeten afbuigen. Het blijkt dat de Heelsumse Beek, die anders zo liefelijk en romantisch wordt voorgesteld, zo ver is opgezwollen dat ons de verdere doorgang onmogelijk wordt gemaakt. We kunnen alleen maar terug, of een klein stukje verder over een net doorgebroken dijkje lopen. We besluiten het laatste te doen en komen uiteindelijk - na nog wat omzwervingen - met natte voeten aan in Renkum.
![]() |
![]() |
Nadat we wat koffie hebben gedronken vervolgen we onze weg langs de Kerkweg. Het landschap doet op de één of andere manier denken aan de Ardennen, met kronkelwegen, snel stromend water en hoogteverschillen. Aan het eind van de weg staat een mooie kerk op een heuvel; binnen is iemand orgel aan het spelen. De route loopt verder richting de A50 die met een brug over de Nederrijn loopt. We hadden ons initieel voorgenomen deze brug te volgen en verder langs de zuidoever te gaan, maar we besluiten om vast te houden aan de noordelijke route. Dit stuk is het minst interessante van deze route, maar veel wordt goedgemaakt wanneer we, eenmaal de snelweg onderdoor gegaan, naar rechts kunnen afbuigen en een prachtige bosweg inlopen.
Deze route, met nog immer de rivier vlak bij ons aan onze rechterzijde, voert naar Kasteel Doorwerth: een schitterende vesting met complexe transen en kantelen en een ophaalbrug. Blijkbaar een geliefd doel voor veel mensen vandaag, want er staat een flink aantal auto's op de parkeerplaats. We maken een paar foto's en lopen om het kasteel heen om uiteindelijk uit te komen op de weg die we de hele tijd al aan het lopen zijn (en grappig genoeg ook de hele tijd al de Fonteinallee heet). We zien omgezaagde bomen ingeladen worden, hebben fraai uitzicht op het Sluis- en Stuwcomplex Amerongen en de monding van de Seelbeek in de Nederrijn.
Wanneer de grote weg uiteindelijk een bocht naar links maakt en de rivier zijn rug wil toekeren, ontwaren we een klein pad aan onze rechterzijde. De ervaringen van deze dag leren ons dat we ons niet door wat water laten tegenhouden en we besluiten dan ook ons geluk opnieuw te beproeven en dit onduidelijke pad te nemen. En wat een geluk, want niet alleen is het voorzien van bakstenen, maar ook levert het prachtige uitzichten op de rivier op, alsmede diverse haast on-nederlandse plaatjes. Dit pad mondt uit nabij De Oude Kerk van Oosterbeek, waar we even onze archeologische en (militair) historische interesses kunnen botvieren.
Nu treedt het laatste stuk van de route in werking: feitelijk een lange rechte weg naar station Arnhem. Niet per se het meest interessante stuk, maar de diverse architectuur, het uitzicht op de Nederrijn en het nog immer glooiende landschap zorgen er toch voor dat we de goede moed erin houden. Wanneer we na zo'n drie kilometer eindelijk die rare kronkel in de provinciale weg in Arnhem onderdoor lopen en we op zoek kunnen gaan naar een kroeg om onze overwinning te vieren, kunnen we terugkijken op een bijzonder aangename dag met een prachtige wandeling. De regen in het tweede deel hiervan doet daaraan niets af.
Wat: wandeling langs de overstroomde Nederrijn
Wanneer: 28 december 2012
Lengte: 28,7 km
html5 valid