Een wandeling op de ochtend van de kortste dag.

route Op dinsdag 21 december zou er tussen twintig voor negen en twintig over negen een volledige maansverduistering plaatsvinden. Omdat die dag (de kortste van het jaar) de zon om kwart voor negen op zou komen, en verwacht werd dat het die ochtend behoorlijk bewolkt zou zijn, was het waarschijnlijk dat er van die verduistering niets te zien zou zijn. Maar ik wilde toch wel graag een wandeling maken en op het platteland zijn op het moment dat de maan verduisterd werd; dus ik zette mijn wekker op half acht en vertrok om acht uur richting het noorden.

De ochtend was koud en guur, en het was nog redelijk donker toen ik vertrok. Er was behoorlijk wat verkeer op de Plataanlaan; waarschijnlijk forenzen die niet de mazzel hadden deze periode van het jaar vrij te zijn. Liever had ik deze drukke straat omzeild, omdat ik er niet van houd langs voortrazend verkeer te moeten lopen. Maar ik moest nu eenmaal het Van Starkenborgkanaal over om in het gebied te komen waar ik wilde zijn. Dit deel van deze route had ik onlangs in omgekeerde volgorde gelopen en toen was het me al opgevallen dat er zich zo'n drie kilometer bij mijn huisje vandaan een volledig andere wereld bevond. Dat leek me nu eenmaal de beste en best bereikbare plek om de maansverduistering op te wachten.

koffie Tijdens het lopen knispert de verse sneeuw onder mijn schoenen. Het is nog steeds koud, maar niet op een nare manier: windstil en geen neerslag. Omdat ik een kompas bij me heb, weet ik ongeveer welke kant ik moet kijken om de zon te zien, die langzaam de velden begint te verlichten. De hemel kenmerkt zich door een dik wolkenpak dat alle hemellichamen aan de waarneming onttrekt. Een enkele vroege goed ingepakte fietser kijkt wat verbaasd en meewarig naar de eenzame wandelaar die blijkbaar niets beters te doen heeft dan een vage route in the middle of no-where te lopen.

Enige tijd voor het moment van de verduistering bevind ik mezelf toevallig net bij een hek die een weide afsluit, met diep in het land een grote hoeve. Ik besluit hier de maansverduistering af te wachten en een kop koffie (die ik eerder die ochtend heb gezet en in een thermoskan heb meegenomen) te drinken. Leunend tegen het hek zie ik dankzij de wolken niks van de verduistering, maar ik zie op het veld tegenover me wèl twee hazen die de ochtend vieren door hard achter elkaar aan te rennen. Alleen dit beeld was het vroege opstaan al waard. De zon begint nu ook echt op te komen, en ik doe de zijkleppen van mijn muts omhoog voordat ik verder ga.

verduistering

De maansverduistering: volledig aan het zicht onttrokken.

Toen ik deze route gisteren uittekende, had ik bedacht deze weg (de Wolddijk) te nemen tot ik op een gegeven moment naar het westen kon afbuigen. Omdat google-maps eigenlijk alleen de wegen weergeeft waar je met de auto kunt rijden, was mij het fietspad ontgaan, wat zich een stukje verder naar het westen uit bleek te strekken. De hoeve, die ik net tijdens mijn koffie-pauze heb kunnen aanschouwen, ligt hier blijkbaar aan, maar ik ben er niet zeker van dat het pad ook verder gaat. Maar het ziet er aantrekkelijk genoeg uit, en de molen die ik in de verte ontwaar versterkt mijn vermoeden dat het hier inderdaad om een doorgaande weg handelt. Het blijkt een fraai pad te zijn, met aan weerszijden uitgestrekte landerijen die het Groningse hogeland zo kenmerken. Opnieuw zie ik hazen, terwijl de zon met wat moeite wat schamel licht door wat gaten in het wolkendek weet te stralen. En ook Venus is zichtbaar. Met behulp van mijn kompas en mijn fantasie kan ik de hele boog die de zon vandaag zal afleggen boven de horizon inbeelden: de kortste dag van het 'tussenjaar' 2010...

Hoeve Bij de molen, tussen kilometer zes en zeven, staat een groep schapen bij elkaar te schuilen tegen de kou en te genieten van het hooi wat daar waarschijnlijk eerder door een boer is neergelegd. Omdat die beesten natuurlijk de hele dag niks meemaken, vinden ze het altijd fascinerend wanneer er een wandelaar langskomt; dat heb ik al eerder ervaren. Terwijl ik even naar ze kijk, en zij naar mij terugkijken, bedenk ik me dat dit beeld eeuwenoud moet zijn: schapen die worden gadegeslagen door een weemoedige wandelaar, en die op hun beurt de wandelaar waarnemen. Kraaien vliegen over het veld, de molen draait niet.

Na enige tijd kom ik bij de Winsummerweg uit. Ik wist dat ik deze weg in ieder geval een stuk naar het zuiden moest volgen, en had met dus al voorbereid op een kilometer langs een drukke weg lopen. Het is grappig dat zo'n weg een beetje hetzelfde voelt als een rivier: je weet dat -ie er ligt, dat het moeilijk is om hem over te steken, en je hoort hem al voordat je hem ziet. Ook fungeert zo'n weg als een oriëntatiepunt, en ik wist dus dat ik op de goeie route zat toen ik eenmaal deze weg op mijn route vond. Gelukkig kan ik al vrij snel weer afbuigen richting het spoor: dit herken ik als een deel van de route die ik in de zomer vaak heb gefietst. Hoeveel anders ziet de wereld er nu uit.

haas in het veld Op kilometer negen las ik nog even een korte pauze in. Ik drink het laatste beetje koffie wat ik nog heb op terwijl ik over het spoor een deel van de route van eerder die ochtend kan zien. Daar ligt een stuk land, wat ik nu dus ken. Al lopende ontsluit je een wereld; je leert haar kennen. Het is nog steeds fris en hoewel ik mijn muts al zo'n beetje de hele wandeling niet over mijn oren heb (dus zó koud is het ook weer niet) merk ik wel dat de kou zijn tol enigszins begint te eisen. Ook de korte nacht die ik hiervoor heb gehad helpt natuurlijk niet erg mee. Maar het is nog maar een relatief klein stukje naar de stad. Ik steek opnieuw het Van Starkenburgkanaal over, via het Walfrieduspad dit keer - een onderdeel van mijn standaard hardlooprondje en dus goed bekend. In de weide aan de rechterkant van het spoor zie ik weer twee hazen zitten, ongetwijfeld een setje. De rammelaar is blijkbaar bezig met de aandacht van het vrouwtje af te leiden. Wat kunnen die beesten hard rennen. Hij rent als een idioot richting de veel te drukke Winsummerweg die langs het kanaal loopt, maar net voordat hij de weg op zou rennen maakt hij een scherpe bocht naar rechts en verdwijnt in de nabijgelegen sloot. Blijkbaar ervaren hazen een drukke weg ook als een soort rivier.

Na drie uur lopen kom ik aan in Paddepoel, waar de Albert Heijn gelukkig alweer enige tijd open is. Tijdens de wandeling heb ik enorme trek gekregen in gebakken eieren en ik heb toevallig 1,70 euro bij me. Daar kan ik mooi een half dozijn eieren voor kopen...

Wanneer: 21 december 2010
Afstand: 12,6 kilometer
Route: Groninger platteland.
x/html 1.0 valide