NS Wandeling Wezepse Heide

Na veel te lange tijd hadden A en ik eindelijk weer eens een mogelijkheid gevonden om samen te wandelen. Niet op de kortste dag zelf, maar toch wel in de buurt daarvan (net als, op de kop af, vier jaar geleden). Woensdag 28 december 2016 liepen we de NS wandeling van Wezep naar Zwolle.

A had de route zowel tekstueel als in kaartvorm uitgeprint meegenomen en hoewel ervaringen uit het verleden ons over het algemeen leren dat we vrij vroeg in de wandeling verdwalen, bleek dit vandaag mee te vallen. We begonnen onze wandeling rond twaalf uur op station Wezep, een klein doorgangsstation, waar vanuit je bijna direct de bewoonde wereld kunt verlaten. Van hier kom je al vrij snel uit op een 'mul ruiterpad' dat door de Wezepsche Heide, een waterwingebied van Vitens, leidt. Het prachtige weer en de laagstaande zon zorgden voor fraai strijklicht door het bos. De route bood op een aantal momenten een onverhard en ongemarkeerd alternatief, en we besloten daar waar mogelijk deze te volgen.

Na enige tijd door bos en hei gewandeld te hebben, draaiden we op een gegeven moment naar het noorden en daar zagen we onze eerste (en, naar later zou blijken, enige) Schotse hooglanders – grote runderen die ook hier wonen. Drie volwassen en één jeugdig exemplaar lagen rustige in de winterzon te herkauwen. De route liep verder min of meer parallel aan de snelweg, die we weliswaar de hele tijd op de achtergrond hoorde razen, maar nooit zo, dat het werkelijk hinderlijk werd.

Het alternatief dat we nu hadden gekozen sprak over 'rechtdoor gaan na een viersprong', en dan na een bankje 'de weg links aanhouden'. Hoewel we de viersprong ontegenzeggelijk hadden gepasseerd, liep na het bankje dat we tegenkwamen de weg naar rechts weg, zonder een spoor van een afslag naar links. Na enig overleg besloten we toch maar deze weg te vervolgen, om later te zien waar we naar links konden. Nog steeds liepen we in de late zon over onverharde paden, iets minder zeker van de route maar zonder meer met veel plezier. Meer mensen liepen deze route, zowel wandelend als hardlopend.

De weg naar links liep door een klaphek,waarover ook in de routebeschrijving sprake was. Volgens deze beschrijving moesten we daarna direct naar rechts, en hoewel dat niet leek te kloppen met de uitgeprinte kaart, meenden we dat dat toch de beste actie was. Een groepje opgeschoten tieners fietste over het naastgelegen verharde fietspad. Ook de paal met de rode kop werd door A opgemerkt, hoewel ik zelf dacht dat hier sprake zou zijn van een roodgeschilderde schedel.

Nog steeds liepen we over onverharde wegen door een fraai landschap dat zich kenmerkte door heide en naaldbomen. Sporen in het zand vertelden ons dat hier ook veel honden en paarden gebruik van maken, maar vandaag was de route bijzonder rustig. Na een scherpe bocht naar links kwamen we uit op de Keizersweg – een uitkomst die klopte met de kaart, maar hoe we daarvoor zijn gelopen weet ik nog steeds niet zeker. In ieder geval moesten we hier de A50 oversteken en daarna rechtsaf het bos weer in. Er was nog wel even verwarring of we inderdaad op dat punt moesten afslaan, want in de routebeschrijving was sprake van een fietsoversteekplaats – terwijl we alleen maar een plek zagen waar fietsen moesten oversteken (...). Maar uiteindelijk was het toch duidelijk, zeker toen we al vrij snel de beloofde heuvel tegenkwamen. Een korte omweg over de heuvel om uiteindelijk bij de 'schuine kruising' rechtdoor te kunnen gaan.

We liepen nu door Landgoed Molecaten, een prachtig bos met fraai gelegen beken en rivieren, een behoorlijk glooiend landschap en zelfs een 'dansende boom'. Het leek ons waarschijnlijk dat veel bewoners uit de omgeving hier stiekem hun kerstbomen uit het bos oogsten, en het verbaasde ons dat niemand de moeite had genomen om een boom hier te versieren. Het landhuis zelf, dat ooit bewoond werd door een baron en zijn vrouw, lag ook mooi in het landschap, omringd door bos en weide met paarden, en geflankeerd door een privéwoning en een chique uitziend restaurant.

Nu leken we weer wat meer in de bewoonde wereld te komen. De weg was weer verhard en we moesten uitwijken voor andere wandelaars en auto's. We kwamen uit bij een kleine enclave die een voorstad van Hattem bleek te zijn. Prachtige villa's gelegen aan een ruime laan met uitzicht op de omringende landerijen en de rivier in de verte. Vandaar liep de route langs de weg naar Hattem zelf, waar we op de markt aankwamen. Voordat we het centrum daarvan in mochten, moesten we langs de oude singel lopen om via een kleine poort in de stadsmuur de stad te betreden, met uitzicht van hier op de IJssel en het bos waar we net uitkwamen.

In het centrum van Hattem mochten we koffie en taart nuttigen, omdat we hier ongeveer halverwege de route waren. Toen we het etablissement weer verlieten, bleek de zon waar we tot dan toe van hadden mogen genieten plaats gemaakt te hebben voor dichte mist. Hoewel niet naar, was het wandelen nu toch een stukje kouder dan in de ochtend en waren we blij dat we mutsen en handschoenen mee hadden. We liepen nog een stukje langs de toeristische attracties van Hattem om uiteindelijk langs de drukke Geldersedijk richting het noorden te lopen. De leukere alternatieve route langs de oostkant van de IJssel was voor ons onbegaanbaar, omdat het pondje in deze periode in het jaar niet voer.

Om de IJssel over te steken moesten we nu gebruik maken van de Hanzeboog, die na enige tijd voor ons in de mist opdoemde. Hoewel ik hier al redelijk vaak met de trein overheen ben gereden, was ik er nog nooit op een andere manier overheen gegaan. Het was jammer dat het zo mistig was, want je kon nu eigenlijk niets zien van de IJssel en de eilanden die in het kader van Ruimte voor de Rivier hier zijn aangelegd. Het mooiste was nog het binnenvaartschip (dat de naam April droeg) dat op hetzelfde moment onder de brug doorvoer en door de mist fraaie plaatjes opleverde.

Omdat veel van onze wandelingen in Zwolle begonnen of eindigden, kwamen we na de Hanzeboog weer op redelijk bekend terrein uit. Het bruggehoofd van de oude spoorbrug herinnerde aan de eerste keer dat we hier een echte wandeling begonnen – in een heel andere wereld. Van hieraf hielden we de IJssel aan onze linkerzijde en liepen over de dijk; eerst over een verharde weg, later over een graspad. We gingen onder de eenvoudige IJsselbrug door, waarna we bij het Katerveer in het sluiscomplex aankwamen. Hier namen we een kleine omweg, om het waterverval in dit complex op te meten – wat enorm meeviel.

De wandeling Zwolle in liep verder langs de Oude Veerweg, waar we gezelschap kregen van een grote hond die fijn aan het rondrennen was. Zó erg had deze het naar zijn zin, dat hij in zijn enthousiasme tegen mij opsprong. Via een route die veel herinneringen bij ons opriep, kwamen we uiteindelijk in het centrum van de stad terecht, alwaar we na wat heen en weer geloop ons welverdiende biertje dronken in Café De Hete Brij.