– Wandeling 17 januari 2016 –

Het weekend van 16 en 17 januari 2016 was wit. Langdurige sneeuwval had een klassiek Fries winterlandschap tot gevolg gehad dat een meer winters gevoel tot gevolg had dan de ijzel en het schaatsen op straat van een week daarvoor. De warmste kerstdagen sinds mensenheugenis van nog maar drie weken daarvoor, leken niet meer dan een abberatie, een foutje van de ons omringende natuur.

De zaterdag van dat weekend was nog koud en guur, maar zondag was zonnig, windstil en werkelijk prachtig. Het vele werk dat nog gedaan moest worden, moest maar even wachten: niet dikwijls hebben we immers gelegenheid een werkelijk winters landschap te doorkruisen, en werk is er altijd wel. Met die gedachte vertrok ik om elf uur met de fiets richting IJlst, om vanaf daar een wandeling van zo'n dertien kilometer te maken; gewapend met verrekijker, camera, handschoenen en een muts.

Vanaf het station, waar ik mijn fiets in de stalling had gezet, vertrok ik in westelijke richting, het spoor volgend richting Nije Zijl. De sneeuw knerpte, maar het toch opvallend drukke verkeer gaf het geheel toch niet de meditatieve rust die normaliter van een sneeuwlandschap uitgaat. Gelukkig ging bij De Alde Skatting het meeste verkeer richting Osingahuizen, terwijl ik de fraaie Pikedyk op ging. Een smalle dijk waar je sowieso niet hard kunt rijden en de paar auto's die mij hier passeerden konden de pret niet drukken.

Een paar zwanen kwam hoopvol naar me toegevaren toen ik ze fotografeerde, maar ik kon ze niets aanbieden behalve vriendelijke woorden. Uit de richting van Oosthem kwam luid gekwaak van een zwerm ganzen. De weg loopt hier met een bocht om het Pikemar heen – een plek waar eenden, zwanen en aalscholvers met elkaar probeerden warm te blijven. Een kronkelende weg vol blubber van verreden sneeuw, rommelige sloten het land in, oude populieren en eiken gaven me het gevoel honderd jaar terug in de tijd gegaan te zijn.

Op de T-splitsing waar ik naar rechts moest zag ik een auto staan die daar blijkbaar was neergezet door mensen die in de nabijgelegen schuilhut vogels aan het spotten waren. Ik vervolg mijn weg naar Abbega, bewust achter een andere wandelaar blijvend. Een jongeman liep me aan de andere kant van de weg tegemoet, maar mijn vriendelijke groet bleef onbeantwoord.

Met warmer weer fiets ik regelmatig langs Abbega. maar omdat ik nog steeds geen haast had, besloot ik dit keer het dorpje in te gaan en om de kerk heen te lopen. Om de kerk heen gedrapeerd zag ik een reclamebureau en een vrij grote ex-boerderij. Dorpelingen die elkaar begroeten, met de fiets aan de hand blijven staan spreken en mij wantrouwend nakeken. Deze kerk moet ik binnenkort maar inventariseren in het kader van mijn meerjarige grafveldonderzoek.

Iets verderop kruist de Abbegaesterketting met een ophaalbrug het kanaal De Wimmerts. Bij deze kruising bevindt zich een fraai conglomeraat van kleine en minder kleine huizen. Ik stond een paar minuten stil op de ophaalburg, om de stilte van het water en de omgeving, en de weidsheid van het land, op me in te laten werken. Een roofvogel op een verkeersbord keek me even wantrouwend aan als eerder de dorpelingen. Het rook er naar houtvuur en soep, een aangemeerde boot tikte tegen de kade.

Iets verder, waar de Abbegaesterketting eindigt in een T-splitsing met de Nijewei en de Rige, hoorde ik knallen. Een enorme zwerm ganzen kwam op het nabijgelegen land in beweging en steeg langzaam op. Ze vlogen met z'n duizenden vlak over me heen. Met de verrekijker probeerde ik de oorsprong van de knallen te vinden – iemand die de ganzen geen warm hart toedraagt...? Ik vervolgde mijn weg richting Oosthem. Onderweg kwam ik nog een aantal schapen met grappige zware neuzen tegen.

Inmiddels bevond ik me weer op bekend terrein: dit stuk van de route was onderdeel van mijn standaard hardlooprondje. Ik liep over het fijne zandpad dat Oosthem verbindt met IJlst, opnieuw De Wimmerts aan mijn rechterhand houdend. Een dame was haar hond aan het uitlaten, op de weg zag ik auto's en fietsers. Aan het eind van het pad lag een stapel besneeuwde boomstammen; iemand had een hartje in de sneeuw getekend...

Bij het station aangekomen, besloot ik gewoon de snelle route naar huis te fietsen. Omdat ik langzaam had gelopen en vaak was stil blijven staan om foto's te maken en de ruimte op me in te laten werken, was het inmiddels al half vier. Thuis wachtte warme thee.